Ruimtebeslag
- Laatste update
-
- Volgende update
-
1/11/2026
- Temporeel bereik
-
2013-2022
Op deze pagina
32,4% van Vlaanderen is ingenomen door ruimtebeslag
Ruimtebeslag is het deel van de ruimte dat ingenomen wordt door onze nederzettingen – dus dienend voor huisvesting, industrie, handel, diensten, transport, recreatie – en land- en tuinbouwinfrastructuur, zoals stallen en serres. Ook tuinen, parken en sportterreinen maken deel uit van het ruimtebeslag. Gebieden met landbouwteelten, weiden en natuur zijn geen ruimtebeslag.
Een hoog ruimtebeslag zet de biofysische capaciteit van land en bodem – de ruimte nodig voor het onderhouden van ecosysteemdiensten zoals voedselproductie, waterbuffering en -filtering, en klimaatregeling – onder druk. Bovendien verhindert het nog steeds verder uitdijen van het ruimtebeslag een duurzame ruimtelijke ontwikkeling, vooral als die uitbreiding op een versnipperde – en ongecontroleerde – manier tot stand komt. Dit brengt immers veel ruimtelijke conflicten, dure maatschappelijke en economische inefficiëntie en een negatieve impact op milieu en natuur met zich mee. Openbare diensten worden duurder en moeilijker te verlenen, de netwerken van openbaar vervoer worden ontoereikend, en de afhankelijkheid van de auto wordt groter, met fileproblemen en hoger energieverbruik tot gevolg. Daarnaast veroorzaakt de uitbreiding van ruimtebeslag ook toenemende schaarste aan landbouwgronden, met een stijging van de prijsdruk als gevolg. Bijkomend worden natuurlijke hulpbronnen te intensief gebruikt, neemt de biodiversiteit af en raakt de verhouding tussen koolstofuitstoot en -opslag door veranderend landgebruik steeds meer uit balans. De bodemafdekking die gepaard gaat met ruimtebeslag verhoogt bovendien het risico op overstromingen én tegelijk waterschaarste, verslechtert de bodemkwaliteit en genereert meer hittestress op bepaalde sterk verharde plekken.
In 2022 bedraagt de oppervlakte ruimtebeslag 441 512 ha, wat neerkomt op 32,4% van het Vlaams grondgebied. Dit zeer hoge aandeel ruimtebeslag overtreft zelfs dat van Malta, de lidstaat met veruit het hoogste ruimtebeslag binnen de Europese Unie (27,5% in 2018). Vlaanderen is dus een zeer verstedelijkte regio, met nog relatief weinig ruimte voor natuur en landbouw in vergelijking met de rest van Europa.
De groeisnelheid van het ruimtebeslag neemt de laatste jaren af
De strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen bevat de strategische doelstelling om het bijkomend ruimtebeslag tegen 2040 terug te dringen tot 0 hectare. De tussentijdse doelstelling is om tegen 2025 de gemiddelde dagelijkse ruimtebeslagtoename al te beperken tot 3 ha/dag. Dit is de meest centrale doelstelling van de Vlaamse beleidsactie ‘bouwshift’, die inhoudt dat nieuwe (bouw)ontwikkelingen tegen 2040 volledig plaatsvinden binnen het bestaand ruimtebeslag. Vanaf dan treedt er dus geen uitbreiding van het ruimtebeslag meer op.
In de periode 2013-2022 is de oppervlakte van het ruimtebeslag toegenomen van 426 453 ha tot 441 512 ha, oftewel van 31,3% naar 32,4% van Vlaanderen. Dit komt overeen met een (netto)groei van meer dan 15 000 ha of een groeisnelheid van gemiddeld 1 673 ha/jaar oftewel 4,6 ha/dag. Deze groei van 15 000 ha is het nettoresultaat van enerzijds een brutogroei van het ruimtebeslag met ongeveer 26 000 ha (= nieuw ruimtebeslag) en anderzijds het verdwijnen van zo’n 11 000 ha ruimtebeslag (= verdwenen ruimtebeslag). Het nieuw en verdwenen ruimtebeslag komen zowat overal binnen Vlaanderen voor. Het gaat in beide gevallen hoofdzakelijk over vele (zeer) kleine percelen die sterk verspreid voorkomen in zowel het verstedelijkt als het landelijk gebied.
De groeisnelheid van het ruimtebeslag neemt de laatste jaren af: in de periodes 2013-2016 en 2016-2019 bedroeg deze nog gemiddeld zo’n 5 ha/dag, terwijl dit in de periode 2019-2022 is teruggevallen tot gemiddeld zo’n 3,8 ha/dag. Deze trend lijkt dus aan te geven dat de groeisnelheid van het ruimtebeslag evolueert in de richting van de strategische beleidsdoelstelling van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (0 ha/dag tegen 2040).
Huisvesting blijft de belangrijkste aandrijver van het groeiend ruimtebeslag
In 2022 nemen huizen en tuinen (39,2%) en transportinfrastructuur (18,9%) het grootste aandeel in binnen het ruimtebeslag.
Dezelfde twee landgebruiksklassen leveren ook de grootste bijdrage aan de absolute verandering van het ruimtebeslag: huizen en tuinen nemen netto toe met 7 402 ha en transportinfrastructuur met 2 823 ha. Zij worden gevolgd door landbouwgebouwen en -infrastructuur (+1 999 ha) en industrie (+1 708 ha). In relatieve termen is de groei het grootst bij landbouwgebouwen en -infrastructuur (+23%), diensten (+10%) en commerciële doeleinden (+9%).
Aanvullende informatie
Definitie
Het concept 'ruimtebeslag' is gedefinieerd in het Witboek en in de Strategische Visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen als dat deel van de ruimte waarin de biofysische functie niet langer de belangrijkste is. Het gaat met andere woorden over de ruimte die ingenomen wordt door onze nederzettingen, dus voor huisvesting, industriële en commerciële doeleinden, transportinfrastructuur, recreatieve doeleinden, serres, etc. Ook parken en tuinen maken hier deel van uit.
Het begrip ruimtebeslag vindt zijn oorsprong in de definitie die de Europese Commissie (2012) hanteert voor 'settlement area' of 'artificial land', namelijk "the area of land used for housing, industrial and commercial purposes, health care, education, nursing infrastructure, roads and rail networks, recreation (parks and sports grounds), etc. In land use planning, it usually corresponds to all land uses beyond agriculture, semi-natural areas, forestry, and water bodies".
Verantwoording
De problematiek van bijkomend ruimtebeslag of 'land take' stelt zich overal in Europa en zet de biofysische capaciteit van land en bodem – de ruimte nodig voor het onderhouden van ecosysteemdiensten zoals voedselproductie, waterbuffering en -filtering, en klimaatregeling – onder druk. In België is dit niet anders. Bovendien is het ruimtebeslag in het Vlaams Gewest in het bijzonder zeer hoog, zelfs nog hoger dan in Malta, dat het hoogste ruimtebeslag van de Europese lidstaten heeft.
Het nog steeds verder uitdijen van het ruimtebeslag verhindert een duurzame ruimtelijke ontwikkeling, vooral als die uitbreiding op een versnipperde – en ongecontroleerde – manier tot stand komt. Dit brengt immers veel ruimtelijke conflicten, dure maatschappelijke en economische inefficiëntie en een negatieve impact op milieu en natuur met zich mee. Openbare diensten worden duurder en moeilijker te verlenen, de netwerken van openbaar vervoer worden ontoereikend, en de afhankelijkheid van de auto wordt groter, met fileproblemen en hoger energieverbruik tot gevolg. Daarnaast veroorzaakt de uitbreiding van ruimtebeslag ook toenemende schaarste aan landbouwgronden, met een stijging van de prijsdruk als gevolg. Bijkomend worden natuurlijke hulpbronnen te intensief gebruikt, neemt de biodiversiteit af en raakt de verhouding tussen koolstofuitstoot en -opslag door veranderend landgebruik steeds meer uit balans. De bodemafdekking die gepaard gaat met ruimtebeslag verhoogt bovendien het risico op overstromingen én tegelijk waterschaarste, verslechtert de bodemkwaliteit en genereert meer hittestress op bepaalde sterk verharde plekken.
Beleidscontext
De Vlaamse Regering keurde op 20 juli 2018 de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen goed, met daarin de strategische doelstelling "verminderen van het bijkomend ruimtebeslag: het bijkomend gemiddeld dagelijks ruimtebeslag is tegen 2040 teruggedrongen tot 0 hectare". Daarnaast wordt hiervoor een tussentijdse doelstelling geformuleerd bij de ruimtelijke ontwikkelingsprincipes: "De daling van de gemiddelde dagelijkse ruimte-inname van 6 ha/dag naar 0 ha/dag volgt een ambitieus ritme, waarbij tegen 2025 de dagelijkse ruimte-inname beperkt is tot 3 ha/dag". Dit is de meest centrale doelstelling van de Vlaamse beleidsactie 'bouwshift', die inhoudt dat nieuwe (bouw)ontwikkelingen tegen 2040 volledig plaatsvinden binnen het bestaand ruimtebeslag. Vanaf dan treedt dus geen uitbreiding van het ruimtebeslag meer op.
Om tegen 2030 een koolstofneutraal landgebruik te bereiken, voorziet het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021–2030 in maatregelen zoals een hogere opslag van koolstof in de bestaande natuur- en landbouwgronden (door ander beheer en bewerking van de bodem), minder ontbossing, meer natuur-, water- en bosoppervlakte én ook de uitvoering van de bouwshift. De achterliggende doelstellingen van de bouwshift – het behoud van landbouw- en natuurruimte en bijgevolg de afbouw van bijkomend ruimtebeslag – staan dus in rechtstreeks verband met de klimaatverplichtingen.
De Europese Commissie nam in 2011 de Roadmap to a Resource Efficient Europe aan met de aanbeveling dat elke lidstaat tegen 2050 'no net land take' bereikt. Land take wordt daarin omschreven als de transformatie van landbouw, bos of ander (half)natuurlijk landgebruik naar stedelijk of ander artificieel landgebruik (m.a.w. naar ruimtebeslag). Land take kan dus beschouwd worden als een synoniem voor bijkomend ruimtebeslag. Deze doelstelling is een niet-bindende Europese richtlijn tot bescherming van de eindige, natuurlijke hulpbronnen. De EU nam haar ook op in het 7th Environment Action Programme (2014).
Verder speelt ruimtebeslag ook nog een rol in de Europese LULUCF-verordening (Verordening EU 2018/841), die betrekking heeft op de broeikasgasemissies en -verwijderingen als gevolg van activiteiten m.b.t. landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (land use, land use change and forestry (LULUCF)). Initieel hield deze klimaatverordening in dat het landgebruik in elke lidstaat tegen 2030 klimaatneutraal moet zijn, m.a.w. dat de CO2-opslag in balans moet zijn met de CO2-uitstoot veroorzaakt door het landgebruik ('no-debit rule'). In maart 2023 werd een herziening van de LULUCF-verordening goedgekeurd, waarbij de doelstelling van de no-debit rule werd verstrengd en aan elke EU-lidstaat een verplichting tot bijkomende CO2-opslag wordt opgelegd tegen 2030. Voor België bedraagt de doelstelling 320 kt CO2-eq. Ruimtebeslag ('settlements') is één van de landgebruiksklassen waarvan de koolstofvoorraad moet gemonitord worden.
De Europese Commissie kondigde ten slotte in haar Bodemstrategie voor 2030 (2021) een Bodemwet aan. Hiervoor moeten de lidstaten vóór 2023 hun doelstelling voor de reductie van bijkomend ruimtebeslag kenbaar maken en rapporteren.
Doelen
Verschillende Vlaamse en Europese beleidsdocumenten (zie hierboven) bepalen dat het bijkomend ruimtebeslag stelselmatig moet verminderen om uiteindelijk uit te komen op (bijkomend) 0 hectare per dag. De strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen stelt dat "de bijkomende ruimte-inname van 6 ha/dag of ca. 2 000 ha/jaar (2013) stelselmatig zal dalen naar 0 in 2040 en ruimtelijke uitbreidingen op middellange termijn een uitzondering in de ruimtelijke ontwikkelingspraktijk vormen". Dit betekent dat Vlaanderen de Europese aanbeveling van no net land take tegen 2050 al tien jaar eerder wil behalen.
Gerelateerde documenten
- Witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen
- Strategische visie beleidsplan Ruimte
- Europese Commissie, 2012 - Guidelines on best practice to limit, mitigate or compensate soil sealing
- Land cover statistics in the EU
- Urban sprawl in Vlaanderen. Ruimtelijke én financiële winsten door het investeren in anti-urban sprawl-maatregelen.
- Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030
- Roadmap to a Resource Efficient Europe
- Verordening (EU) 2018/841 inzake de opname van broeikasgasemissies en -verwijderingen door landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw in het klimaat- en energiekader 2030
- Herziening van de LULUCF-verordening
- EU-bodemstrategie voor 2030
Databronnen
De indicator is gebaseerd op de open geografische datalaag 'ruimtebeslag', die periodiek door het Departement Omgeving wordt gepubliceerd (zie Open data hieronder). Deze geodatalaag wordt elke drie jaar opgemaakt en gepubliceerd en is nu beschikbaar voor 2013, 2016, 2019 en 2022. Deze datalaag is op zich een afgeleid product van de geografische datalaag 'landgebruik', die bovendien gebruikt wordt om (de evolutie van) het specifieke landgebruik binnen ruimtebeslag te bepalen.
De achterliggende bronbestanden en de methodiek van de opmaak van deze datalagen staan beschreven in het technisch rapport 'Landgebruik en ruimtebeslag in Vlaanderen, toestand 2022'.
Berekeningswijze
De geografische datalaag 'ruimtebeslag' is een GIS-rasterbestand met een ruimtelijke resolutie van 10 m en met 2 mogelijke celwaarden: 'ruimtebeslag' en 'geen ruimtebeslag'. Oppervlaktes worden berekend door de aggregatie van deze cellen. Het landgebruik binnen ruimtebeslag wordt bepaald door een overlay van de ruimtebeslagkaart met de 10 m-landgebruikskaart met 19 categorieën.
Datakwaliteit, methodekwaliteit en mogelijke verbeteringen
De onzekerheden en beperkingen worden beschreven in het technisch rapport 'Landgebruik en ruimtebeslag in Vlaanderen, toestand 2022'.
Gerelateerde documenten
- Laatste update
-
- Volgende update
-
1/11/2026
- Periodiciteit
- 3-jaarlijks
- Temporeel bereik
-
2013-2022
- Geografisch bereik
- Vlaanderen
Deze indicator hoort bij de volgende onderwerpen
Verwante indicatoren
Download
Vragen?
Mail uw vraag of suggestie naar het Vlaams Planbureau voor Omgeving.